Het begrip 'gift' in de Successiewet (WPNR 2017/7165)
09-11-2017 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. N.C.G. Gubbels
In art. 1 lid 7 SW wordt voor het begrip schenking in de Successiewet verwezen naar het giftbegrip in het Burgerlijk Wetboek (art. 7:186 BW). In haar oratie heeft de auteur verdedigd dat hieruit niet automatisch voortvloeit dat een gift in het Burgerlijk Wetboek dan ook per definitie een gift is voor de toepassing van de Successiewet en vice versa. Hierbij moet direct de kanttekening worden geplaatst dat de Hoge Raad in het 100-jarige bestaan van de schenkbelasting er nimmer blijk van heeft gegeven deze opvatting te delen. Onder het motto ‘de aanhouder wint’, heeft de auteur in haar oratie betoogd dat daarvoor wel aanleiding is. Het betoog beperkt zich niet tot het giftbegrip in de Successiewet. Het giftbegrip speelt in meerdere wetten een rol en dient naar de mening van de auteur telkens te worden ingevuld in het licht van doel en strekking van de betreffende wet. In dit artikel behandelt de auteur kort de diverse andere wetten waarin het giftbegrip een rol speelt en op welke wijze dit begrip in die betreffende wet wordt ingevuld. Ook bespreekt zij enkele situaties waarin er (wellicht) geen sprake is van een gift in de zin van art. 7:186 BW, maar waarin naar haar mening voor de toepassing van de Successiewet wel een schenking ligt besloten.
Naar literatuur overzicht