Estate Planning Expert
 

ACTUEEL
23-04-2024 - HR 5 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:518HR:2023:733
19-04-2024 - Gehuwd in gemeenschap van goederen (WPNR 2024/7455)

HR 18 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:953

LinkedIn
18-06-2021 | Categorie: Jurisprudentie

Verhuurde onroerende zaken die sterk verband houden met de bedrijfsuitoefening kwalificeren als ondernemingsvermogen voor de BOR

In navolging van de rechtbank is het hof van oordeel dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit als bedoeld in art. 35b e.v. SW  (BOR) alleen kan worden toegepast op het vermogen van de BV voor zover dat betrekking heeft op projectontwikkeling (nieuwbouw en verbouw van panden). Voor wat betreft de onroerende zaken die door de BV worden verhuurd, overweegt het hof onder meer dat de enkele omstandigheid dat de BV een zeer omvangrijke portefeuille bezit ten aanzien waarvan een professionele organisatie is ingericht met circa 42 werknemers, op zichzelf nog niet meebrengt dat de portefeuille reeds op die grond als een materiële onderneming voor de toepassing van de BOR is aan te merken. Evenmin brengt dit mee dat de voor de verhuuractiviteiten verrichte werkzaamheden als ‘arbeid-plus’ kwalificeren. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat de werkzaamheden betreffende de verhuuractiviteiten meer omvatten dan bij normaal vermogensbeheer gebruikelijk is en deze arbeid naar aard en omvang onmiskenbaar ten doel heeft het behalen van een rendement dat hoger is dan bij normaal vermogensbeheer. Het hof heeft geoordeeld dat de BOR alleen van toepassing is op het vermogen dat is toe te rekenen aan de projectontwikkelingsactiviteiten. Het hof heeft het aan die activiteiten toe te rekenen ondernemingsvermogen vastgesteld conform de berekeningen van de Inspecteur.
De Hoge Raad oordeelt, dat het hof is uitgegaan van een juiste vooropstelling omtrent het begrip onderneming in art. 35c lid 3 SW en heeft terecht, nadat het had geoordeeld dat de projectontwikkelings- en verhuuractiviteiten tezamen niet één onderneming vormen, onderzocht of de verhuuractiviteiten op zichzelf bezien wél een onderneming vormen.
Belanghebbende betwist in het beroepschrift bij het hof de door de inspecteur toegepaste kwalificatie van een aantal panden. Het hof is niet nagegaan of voor bepaalde verhuurde panden geldt dat die, zoals kan gelden voor keuzevermogen in de Wet IB 2001, voldoende band met de overige wel aanwezig geachte bedrijfsuitoefening hebben om voor die verhuurde panden een (hypothetische) keuze voor ondernemingsvermogen te kunnen rechtvaardigen. Het hof heeft echter de door de inspecteur toegepaste kwalificatie gevolgd zonder zich uit te spreken over het hierover bestaande geschil. In zoverre is het oordeel van het hof daarom onvoldoende gemotiveerd. De uitspraak van het hof wordt vernietigd. Verwijzing moet volgen voor een nader onderzoek naar de vraag welke panden in redelijkheid kunnen worden toegerekend aan de projectontwikkelingsactiviteiten.

Meer informatie:

Naar jurisprudentie overzicht


Naar boven

Wilt u beter adviseren over estate planning?
Meld u dan vandaag nog aan voor de meerdaagse opleiding Estate Planning Specialist

Uitgebreide Modellen Levenstestamenten
Completer dan ieder ander model, inclusief toelichting voor de levenstestateur

Kent u onze Estate Planning Tools al?
De meest geavanceerde reken- en datatoepassingen op de Nederlandse markt

Gebruiksvriendelijke Modellen Testamenten
Altijd up-to-date en inclusief een uitgebreide en heldere toelichting voor de testateur

Uniek in de markt: Aangifte Erfbelasting
Om op snelle, efficiënte en veilige wijze digitaal aangifte erfbelasting te kunnen doen

Twitter Linkedin