Ontbrekend begunstigend overgangsrecht bij art. 10 SW beoordeeld (WPNR 2011/6881)
04-04-2011 | Categorie: Literatuur
Dr. M. Schuver-Bravenboer
Uit een door het Fiscaal Instituut Tilburg (UvT) en BDO uitgevoerde enquête is gebleken dat notarissen ontevreden zijn over de mate waarin bij de invoering van de gewijzigde Successiewet per 1 januari 2010 in begunstigend overgangsrecht is voorzien. Met name ten aanzien van een aantal aanpassingen dat art. 10 Succ.w. raakt, zijn zij van mening dat een tegemoetkoming voor 'gedupeerde' belastingplichtigen op zijn plaats is. In deze bijdrage spreekt de auteur een wetenschappelijk gefundeerd oordeel uit over deze enquêteresultaten. Bij die beoordeling maakt zij gebruik van het door haar in het kader van een promotieonderzoek ontwikkelde kader voor de beoordeling van fiscaal overgangsrecht. Dit beoordelingskader past zij – voorzover mogelijk – toe op drie concrete overgangssituaties die verband houden met art. 10 Succ.w. In dit kader komen aan de orde: de gesplitste aankoop, de intrekking van resolutie BNB 1965/96 en het klassieke ik-opa-testament. Daaraan voorafgaand maakt de auteur een aantal algemene opmerkingen over het overgangsrecht waarin de wetgever heeft voorzien. De bijdrage wordt afgesloten met enkele aanbevelingen voor zowel de praktijk als de wetgever.
Naar literatuur overzicht