Hof Den Bosch 9 april 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:990
22-04-2025 | Categorie: Jurisprudentie
Kort huwelijk met doktersassistente geen fraus legis voor erfbelasting
Erflater is chronisch ziek. Hij benoemt in maart 2015 de doktersassistente die hem verzorgt tot zijn enige erfgenaam. Zij is geen beroepsbeoefenaar op het gebied van individuele gezondheidszorg zodat art. 4:59 BW niet op haar van toepassing is. In juli 2015 scheiden de doktersassistente en haar (toenmalige) echtgenoot. Erflater en de doktersassistente gaan in augustus 2015 een geregistreerd partnerschap aan. Kort na het overlijden van erflater woont de doktersassistente weer samen met haar voormalige echtgenoot.
Het hof volgt het oordeel van de rechtbank dat geen sprake is van fraus legis. De partnervrijstelling en het partnertarief voor de erfbelasting zijn van toepassing. Hoewel het geregistreerd partnerschap kort heeft geduurd en belastingbesparing een rol speelde, is het partnerschap niet van elke reële praktische betekenis ontbloot. De zorgverplichting tussen de doktersassistente en de erflater had wel degelijk praktische betekenis, gezien de wederzijdse genegenheid en zorg. Het hof neemt in aanmerking dat de erflater een woning heeft gekocht waarin de doktersassistente hem zou verzorgen. Ook de verbouwing van deze woning, de verkoop van het huis van de erflater en zijn aanwezigheid bij de doktersassistente thuis in de weekenden wijzen op wederzijdse zorg. De wederzijdse zorg en genegenheid tussen de doktersassistente en de erflater onderbouwen de reële betekenis van het geregistreerd partnerschap.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht