Kan een erfrecht-bewind uit een testament naar oud erfrecht op grond van artikel 4:178 lid 2 BW worden opgeheven? (JBN 2016/36)
18-07-2016 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. W.G. Huijgen
In een testament uit 1976 is onder meer bepaald dat het aan de dochter van erflaatster vermaakte vermogen gedurende haar leven onder testamentair bewind zal staan. In 2015 verzoekt de meerderjarigenbewindvoerder in de zin van Boek 1 BW om opheffing van het testamentair bewind op grond van het bepaalde in art. 4:178 lid 2 BW, met name omdat meer dan vijf jaren na het overlijden van erflaatster waren verlopen en ervan zou moet worden uitgegaan dat de dochter, althans haar meerderjarigenbewindvoerder, de onder het testamentair bewind staande goederen op verantwoorde wijze zou kunnen besturen. De hoge kosten van het testamentair bewind speelden daarbij eveneens een rol. De rechter heeft het verzoek van de meerderjarigenbewindvoerder echter afgewezen. In dit artikel bespreekt de auteur de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 februari 2016 (ECLI:NL:RBAMS:2016:490).
Naar literatuur overzicht