Hoge Raad: geen halvering van meerinbreng (FTV 2025/23)

Geplaatst op 15 november 2025
Mr. dr. T.F.H. Reijnen

De ongelijke inbreng van eigen middelen bij de aankoop van een woning leidt onder omstandigheden tot halvering van de ingebrachte eigen middelen. Althans dat was de gedachte tot voor kort. In de literatuur werd over deze uitkomst verschillend geoordeeld. Sommige auteurs accepteerden deze als het gevolg van de keuzes van de wetgever, anderen bestreden de uitkomst. De Hoge Raad heeft thans anders beslist: de meerinbrenger hoeft niet langer te vrezen voor zijn vordering. In zijn beschikking van 21 maart 2025 volgt de Hoge Raad namelijk de destijds door de initiatiefnemers in de Eerste Kamer gegeven uitleg ten aanzien van art. 1:94 lid 7 BW niet. Volgens de Hoge Raad vormt de parlementaire toelichting de kern van het probleem. De door de initiatiefnemers gegeven uitleg dwingt niet tot de conclusie dat een meerinbreng wordt gehalveerd indien niet tijdig huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt.
De auteur merkt op dat de problematiek van de ongelijke verkrijging van de woning door samenwonende partners, die vervolgens trouwen zonder het voorafgaand opmaken van huwelijkse voorwaarden, nog steeds een punt van aandacht is. Bij een ongelijke verkrijging, gevolgd door het ontstaan van een gemeenschap van goederen, zullen beide echtgenoten bij de verdeling van de huwelijksgemeenschap ieder voor de helft gerechtigd zijn tot de woning. De aanvankelijke ongelijkheid wordt aldus ‘gelijkgetrokken’.
Men dient ook bedacht te zijn op de uitleg van art. 1:87 BW. De meeste auteurs volgen de uitleg van de minister ten aanzien van art. 1:87 lid 2, onder a en b, BW.  Lezing van zowel de wettekst als de toelichting van de minister in de Eerste Kamer leert dat de wettekst en de toelichting niet volledig op elkaar aansluiten. In de toelichting wordt een berekeningsmethode geïntroduceerd die afwijkt van alle voorgaande toelichtingen, en die in de literatuur weinig kritisch is ontvangen. Tegen de achtergrond van de recente beschikking rijst dan ook de vraag of de Hoge Raad de toelichting van de minister in de Eerste Kamer zal volgen.

Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2025/23.