Bestendigheid en kwaliteit van de beoordeling van wilsbekwaamheid door de notaris (WPNR 2025/7513)

Geplaatst op 17 november 2025
Mr. R.E. de Jong

Het beoordelen van wilsbekwaamheid voor vermogensrechtelijke rechtshandelingen is een uitdagende aangelegenheid voor notarissen, waarbij veel op het spel staat. Als de notaris namelijk onterecht oordeelt dat een cliënt wilsbekwaam is, bestaat het risico dat de civiele rechter de rechtshandeling later vernietigt of nietig verklaart omdat de cliënt wilsonbekwaam ter zake was. Houdt de rechtshandeling geen stand bij de rechter, dan levert dit rechtsonzekerheid op. Bestendigheid van het oordeel van de notaris over wilsbekwaamheid is daarom van groot belang voor zowel de cliënt als het maatschappelijk verkeer. Naast deze bestendigheid, moet het oordeel van de notaris ook aan de kwaliteitseisen van het tuchtrecht voldoen. Indien de notaris niet aan de tuchtrechtelijke maatstaven voor zorgvuldigheid bij het beoordelen van wilsbekwaamheid voldoet, riskeert hij immers tuchtrechtelijke maatregelen. Het begrip ‘wilsbekwaamheid’ wordt vaak in één adem genoemd met het begrip ‘handelingsbekwaamheid’. Het onderscheid tussen beide begrippen is daarin gelegen dat bij handelingsbekwaamheid, kort door de bocht gesteld, geen sprake is van een feitelijke beoordeling of iemand rechtshandelingen kan verrichten, zoals bij wilsbekwaamheid, hij mag het eenvoudigweg niet.
De notaris kan, met de nodige zorgvuldigheid, gebruik maken van de in de rechtspraak geboden ruimte voor dienstverlening aan mensen met een psychische aandoening of beperking en zal dat ook moeten doen om onterechte dienstweigering te voorkomen. Het nemen van voldoende tijd voor een bespreking, het inboeken van voldoende besprekingen, het gebruik van het Stappenplan en het gebruikmaken van actieve gespreksvoering dragen allemaal bij aan het gewicht dat de rechter geeft aan de beoordeling door de notaris. Met het nemen van deze maatregelen wordt de bestendigheid van het wilsbekwaamheidsoordeel bij de civiele rechter verhoogd. Een andere conclusie is dat de inhoud van de rechtshandeling, met name de ingrijpendheid en complexiteit van de rechtshandeling, door de civiele rechter wordt betrokken bij de beoordeling van wilsbekwaamheid.

Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel WPNR 2025/7513.