Hof Den Haag 27 oktober 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2068
18-11-2021 | Categorie: Jurisprudentie
Algemene volmacht herleeft niet na bij beëindiging van meerderjarigenbewind
Een kantonrechter heeft een meerderjarigenbewind ingesteld over het vermogen van volmachtgeeftser. In hoger beroep is het hof van oordeel dat een meerderjarigenbewind niet nodig is omdat volmachtgeeftser bij notariële akte een algemene volmacht heeft opgesteld. Hierdoor is de vraag ontstaan of de volmacht herleeft als het hof de beschikking van de kantonrechter zou vernietigen.
Het hof is van oordeel dat bij beëindiging van het onderhavige bewind de algemene volmacht niet herleeft. In de notariële akte van de door volmachtgeefster verleende algemene volmacht is uitdrukkelijk vermeld: als het vermogen van betrokkene onder bewind wordt gesteld eindigt de volmacht. Voor wat betreft de gevolgen van vernietiging van die beschikking verwijst het hof naar art. 1:448 lid 4 BW juncto art. 1:384 BW en de toelichting daarop. Indien alsnog door de hogere rechter de onderbewindstelling wordt vernietigd en het verzoek tot onderbewindstelling alsnog wordt afgewezen, blijven, door het van overeenkomstige toepassing zijnde art. 1:384 BW, de inmiddels door de bewindvoerder in het kader van het reeds van kracht geworden bewind verrichte beheershandelingen en de met diens medewerking verrichte beschikkingshandelingen verbindend. Naar het oordeel van het hof moet de beschikking van de kantonrechter worden bekrachtigd.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht