Hof Arnhem-Leeuwarden 10 juni 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3533
25-06-2025 | Categorie: Jurisprudentie
Gift gelegen in samenstel van rechtshandelingen rond verkoop woning onder voorbehoud vruchtgebruik door erflater
Erflater overlijdt in 2019. Erflater heeft zijn kinderen onterfd en zijn partner tot zijn enige erfgename benoemd. Na zijn overlijden hebben de dochters van erflater een beroep op de legitieme portie gedaan. De partner heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard. In geschil is of de overdracht van de woning van erflater aan de partner onder voorbehoud van vruchtgebruik in december 2007, het uitlenen van de verkoopopbrengst aan de zoon van de partner in januari 2008 en het afleggen van een niet met de feiten overeenstemmende verklaring dat erflater de woning metterwoon heeft verlaten in september 2009 een samenstel van rechtshandelingen is met de bedoeling de legitimarissen te benadelen.
Vaststaat dat de verklaring van erflater over het einde van het vruchtgebruik heel opmerkelijk is, omdat erflater in de woning blijft wonen en dat zelfs doet tot 2016. Erflater heeft hiervoor geen vergoeding ontvangen. Het hof is dan ook van oordeel dat de verklaring van erflater over het einde van het vruchtgebruik neerkomt op een afstand van het vruchtgebruik om niet. Doordat het vruchtgebruik verdwijnt, is de partner verrijkt omdat de woning niet langer bezwaard is met het vruchtgebruik terwijl erflater is verarmd omdat hij het vruchtgebruik kwijt is. Aan de omstandigheden van het geval ontleent het hof het vermoeden dat erflater zich bewust was van de bevoordeling en ook een bevoordelingsbedoeling had alsmede de bedoeling om daarmee de legitimarissen te benadelen. Al met al leidt dit samenstel van rechtshandelingen ertoe dat het vruchtgebruik geen reële betekenis meer heeft en dat in de verkoop van de woning een gift is besloten van € 161.700, die moet worden meegenomen bij de berekening van de legitieme portie.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht