Estate Planning Expert
 

ACTUEEL
23-04-2024 - HR 5 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:518HR:2023:733
19-04-2024 - Gehuwd in gemeenschap van goederen (WPNR 2024/7455)

Uitbreiding van de verhaalsmogelijkheden van belastingen op begunstigden en erfgenamen (FBN 2019/20)

LinkedIn
02-05-2019 | Categorie: Literatuur

Mr. T.F.H. Reijnen

In de strijd tegen verhaalsconstructies zijn per 1 januari 2019 met terugwerkende kracht tot 18 september 2018, 15.15 uur, in de Invorderingswet wederom twee nieuwe aansprakelijkheidsbepalingen voor derden opgenomen die van belang zijn voor de notariële praktijk. Er is een nieuw art. 33a IW 1990 toegevoegd en tevens is art. 48 IW 1990 gewijzigd, waardoor de aansprakelijkheid van erfgenamen voor belastingschulden van de erflater is verruimd. Bepalingen die naast elkaar door de Belastingdienst kunnen worden ingezet.
Art. 33a IW 1990 kwalificeert als een fiscale actio Pauliana. De kern is dat de begunstigde nooit meer hoeft af te dragen dan het voordeel dat hij niet zou hebben genoten als de belastingschuldige de verschuldigde belasting wel had voldaan. De fiscale actio Pauliana wijkt op enkele punten principieel af van de burgerrechtelijke actio Pauliana. De belangrijkste verschillen zijn volgens de auteur de volgende:

  • verkrijgers te goeder trouw kunnen onder de aansprakelijkheid uitkomen, ook als zij gebaat zijn door de handeling van de belastingplichtige (dit in tegenstelling tot art. 3:45 lid 3 BW);
  • de fiscale actio Pauliana heeft niet alleen betrekking op rechtshandelingen, maar ook op feitelijke handelingen.

Om als begunstigde aansprakelijk gesteld te kunnen worden door de ontvanger, dient aan drie cumulatieve vereisten te zijn voldaan:

  • de handeling, die leidt tot begunstiging, is onverplicht verricht;
  • de Belastingdienst is door die handeling benadeeld in zijn verhaalsmogelijkheden; en
  • de belastingschuldige en de begunstigde wisten of behoorden te weten dat van het verrichten van de handeling benadeling van de Belastingdienst het gevolg zou zijn (geobjectiveerde wetenschap van benadeling conform art. 3:45 BW).

Omdat het voor de Belastingdienst moeilijk is te bewijzen dat sprake is van een verhaalsconstructie, is in art. 33a lid 2 IW 1990 een wettelijk vermoeden van wetenschap van benadeling bij zowel de belastingschuldige als bij de begunstigde opgenomen. Van belang hierbij is dat de begunstigde geacht wordt zich een beeld te vormen van de financiële positie van de belastingschuldige. Dit vermoeden van wetenschap kan door de begunstigde worden weerlegd. De auteur geeft in dit kader een aanwijzing voor de schenkingspraktijk. Volgens de auteur kan, als de Ontvanger buiten het wettelijke vermoeden om weet te bewijzen dat sprake is van een verhaalscontructie, de begunstigde aansprakelijk worden gesteld voor de niet verhaalbaar gebleken belastingen ongeacht wanneer de belastingschuld is opgekomen.
Vervolgens gaat de auteur in op de belangrijkste begrippen van de nieuwe bepaling:

De andere te bespreken wijziging betreft art. 48 IW 1990. Voortaan is een erfgenaam die zuiver heeft aanvaard aansprakelijk tot het beloop van zijn erfrechtelijke verkrijgingen in de zin van de Successiewet (zoals voorheen), vermeerderd met al wat hij van de erflater op grond van art. 12 lid 1 SW krachtens erfrecht door het overlijden geacht wordt te hebben verkregen. Deze fictieve erfrechtelijke verkrijgingen zien op schenkingen binnen 180 dagen voor het overlijden van een erflater en schenkingen onder ontbindende voorwaarden die tot stand komen na het overlijden van de erflater. Voor schenkingen onder een opschortende voorwaarde is de regeling van art. 1 lid 9 SW van toepassing verklaard zodat ook schenkingen onder opschortende voorwaarde onder de werking van art. 48 IW 1990 worden gebracht. Art. 48 IW 1990 biedt de ontvanger de mogelijkheid ook de erfgenaam die heeft aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving aansprakelijk te stellen voor de navorderings- en naheffingsaanslagen. Dit is mogelijk voor belastingschulden van de erflater die na zijn overlijden worden vastgesteld tot maximaal het bedrag dat door die belastingschuldige of die aansprakelijk gestelde is geschonken, binnen 180 dagen vóór zijn overlijden, aan die erfgenaam.

Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels onderstaande link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2019/20.

Naar literatuur overzicht


Naar boven

Wilt u beter adviseren over estate planning?
Meld u dan vandaag nog aan voor de meerdaagse opleiding Estate Planning Specialist

Uitgebreide Modellen Levenstestamenten
Completer dan ieder ander model, inclusief toelichting voor de levenstestateur

Kent u onze Estate Planning Tools al?
De meest geavanceerde reken- en datatoepassingen op de Nederlandse markt

Gebruiksvriendelijke Modellen Testamenten
Altijd up-to-date en inclusief een uitgebreide en heldere toelichting voor de testateur

Uniek in de markt: Aangifte Erfbelasting
Om op snelle, efficiënte en veilige wijze digitaal aangifte erfbelasting te kunnen doen

Twitter Linkedin