Concepttestamenten, de redelijkheid & billijkheid en het erfrecht (FTV 2025/15)
31-07-2025 | Categorie: Literatuur
Mr. H.J. Weijers
Op grond van de wet heeft erfopvolging plaats bij versterf of krachtens uiterste wilsbeschikking. Naar Nederlands recht kan een uiterste wilsbeschikking alleen bij uiterste wil en slechts door de erflater persoonlijk worden gemaakt. De meest voorkomende uiterste wil is het notarieel verleden testament. Daartoe is op straffe van nietigheid vereist dat het testament wordt gepasseerd en ondertekend. Een niet-ondertekend concepttestament voldoet niet aan de wettelijke vormvereisten en heeft als uitgangspunt geen rechtsgevolg. In de lagere rechtspraak lijkt echter langzaam aan meer ruimte te ontstaan om aan het concepttestament toch rechtsgevolgen te verbinden. In dit artikel wordt het wettelijk kader en de tot dusver gepubliceerde rechtspraak besproken en geanalyseerd. De door de rechter in dergelijke casus aangelegde toetsingsmaatstaf biedt de ruimte om in uitzonderlijke gevallen juridische betekenis aan een concepttestament toe te kennen; de wetgever is daarom op dit moment nog niet aan zet. Een richtinggevende uitspraak van de Hoge Raad kan wel nader verduidelijken of de door de rechter gehanteerde toetsingsmaatstaf correct is. Tot slot wordt ook stilgestaan bij de implicaties van de rechtspraak inzake de concepttestamentenproblematiek voor de notaris.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2025/15.
Naar literatuur overzicht