De echtelijke woning en de verkrijging krachtens erfrecht of gift (KWEP 2025/7)
01-08-2025 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. R.E. Brinkman
De uitsluitingsclausule roept nog steeds vragen op. Met name bij goederen die een verkrijger onder uitsluitingsclausule verkrijgt maar die hij wil ‘delen’ met zijn partner, zoals een echtelijke woning, verdient de uitsluitingsclausule nadere aandacht, ook als de erflater het belangrijk vindt dat het voordeel uit de making of gift alleen aan de verkrijger (in zijn privévermogen) toekomt. In dit artikel probeert de auteur voor enkele gevallen een analyse van de aandachtsgebieden te geven en daarbij ook oplossingen en proeven van modelteksten aan te dragen. Het zou mooi zijn om, als het behoud van de woning binnen de familie gewenst is, een ‘gezamenlijke echtelijke woning’ niet misgund wordt en getracht wordt de fiscaal voordeligste route te bewandelen, nader stil te staan bij het te bereiken einddoel en de weg daarnaartoe. In dit artikel komen verschillende routes aan bod. Eerst volgt een overzicht van de gevallen die worden behandeld. Voorts komen – met een intermezzo over de fundamentele werking van de uitsluitingsclausule: moet deze op ‘goederen’ zien, of mag deze ook ‘in geld’ geregeld worden – die gevallen één voor één aan bod. Uit het onderzoek door de auteur komt naar voren dat een insluitingsclausule of uitsluitingsclausule (of uitsluiting daarvan) met betrekking tot specifieke schulden zijns inziens ook tot de mogelijkheden behoort, evenals een uitsluitingsclausule met betrekking tot een voordeel in plaats van met betrekking tot een specifiek goed.
Wanneer u een abonnement heeft op KWEP via Kluwer Inview, dan kunt u middels de link het complete artikel raadplegen: artikel KWEP 2025/7.
Naar literatuur overzicht