Levensverzekering en negatieve nalatenschap (JBN 2016/15)
11-04-2016 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. W.G. Huijgen
In dit artikel bespreekt de auteur de volgende rechtsvraag die hem vanuit de praktijk werd voorgelegd. Erflater is overleden zonder een testament te hebben opgemaakt, zodat het versterferfrecht van toepassing is. Volgens de bepalingen van de wet zijn de drie minderjarige kinderen van erflater zijn enige erfgenamen. Aangezien de nalatenschap van erflater naar verwachting negatief zal zijn, verwerpen de drie kinderen de nalatenschap. Daardoor is een erfgenaam uit de tweede parentele de enige erfgenaam van erflater (art. 4:10 lid 1 onder b BW). Enige tijd na het overlijden van erflater blijkt er een overlijdensrisicoverzekering door erflater te zijn afgesloten op zijn leven waarvan de begunstiging luidt: “a. De erfgenamen; (…)” De vraag rijst hoe in het kader van de afwikkeling van deze nalatenschap de uitkering uit hoofde van de overlijdensrisicoverzekering moet worden behandeld.
Naar literatuur overzicht